Vervoer van kinderen – ouders

Op de fietsmamafiets

Wanneer kinderen zelfstandig fietsen , leren ze natuurlijk het meest. Neemt u uw kind een keer achter of voor op uw fiets mee, neem dan het volgende in acht:

  • Jaarlijks komen ruim 2.500 kinderen bij de Spoedeisende Hulp omdat zij met hun voeten tussen de spaken zijn gekomen. Zorg altijd voor goede spaakafscherming (dit is iets anders als een jasbeschermer) en voor goede voetsteunen.
  • Scherm ook de veren van uw zadel af zodat hier geen handjes in bekneld kunnen raken.
  • Houd uw fiets altijd vast wanneer uw kind erop zit of erop klimt. Laad eerst uw boodschappen op de fiets en daarna uw kind.
  • Ook wanneer uw kind bij u op de fiets zit, is het verstandig dat het een fietshelm draagt.
  • Door het gewicht en het bewegen van het kind, vraagt het fietsen met een kind enige gewenning. Houd hier rekening mee.
  • Vervoer jonge kinderen, tot ongeveer 3 jaar, op een fietszitje voorop de fiets. Daarna kunt u uw kind op een fietszitje achterop vervoeren.
  • Niet ieder fietszitje is geschikt voor iedere fiets. Laat u dus goed voorlichten en koop alleen goedgekeurde zitjes. Zorg ook dat het zitje goed gemonteerd wordt.
  • Controleer regelmatig of uw kind niet te groot wordt voor het zitje en of de voetsteunen nog op de juiste hoogte staan.
  • Gebruik altijd de gordels van het fietsstoeltje.
  • Wanneer uw kind te groot wordt voor een fietszitje en los achterop gaat zitten, zorg dan wel voor een stevige rugleuning, voetsteuntjes op de juiste hoogte en spaakafscherming.
  • Let erop dat uw kind niet met het fietsslot kan spelen tijdens het rijden.
  • Er zijn ook speciale stoeltjes te koop. Bijvoorbeeld losse zadels welke op de stang tussen het zadel en het stuur bevestigd kunnen worden. Maar ook een speciaal ‘moeder stuur’.
  • Een brede (dubbele) standaard en een stuurstabilisator laten uw fiets steviger staan.

Download hier de folder van Veiligheid.nl

Kinderen in uw auto

Het is belangrijk dat kinderen ervaring opdoen in het verkeer. Alleen zo kunnen zij zich ontwikkelen tot veilige verkeersdeelnemers. Daarom moeten kinderen zo veel mogelijk zelfstandig aan het verkeer deelnemen, dat is dus lopend of op de fiets. Toch zult u er niet aan ontkomen soms met de auto ergens naar toe te gaan. Denk dan in ieder geval aan de volgende dingen:

  • Zorg dat u kind veilig in de gordel en in een kinderzitje zit. Kijk voor de regels op de pagina gordels/kinderzitjes.
  • Leer kinderen aan de kant van de stoep uit de auto te stappen.
  • Laat nooit uw sleutels in de auto achter als je deze (kortstondig) verlaat, ook niet om je kind naar de radio te laten luisteren
  • Zet bij het (kortstondig) verlaten van de auto deze altijd op de handrem en in de versnelling (of parkeerstand)
  • Gebruik kindersloten op de achterportieren indien deze aanwezig zijn
  • Spreek met de kinderen af dat ze rustig zijn in de auto zodat u uw aandacht bij het verkeer kunt houden. Gebruik eventueel een ‘stopwoord’ wanneer u wilt dat ze even extra rustig zijn omdat het verkeer uw extra aandacht nodig heeft.
  • Brengt u uw kind een keer met de auto naar school, zorg dan dat het ook veilig blijft voor andere kinderen. Parkeer niet vlak voor de schoolingang, op fietsstroken, op de stoep of bij zebrapaden. Parkeer liever iets verder van school vandaan en loop het laatste stukje.
  • Laat geen lossen spullen in de auto slingeren (speelgoed, paraplu). Bij een aanrijding worden dit projectielen die ernstig letsel kunnen veroorzaken.

 Door uw kind onderweg bij het verkeer te betrekken “zie je daar die fietser zonder licht?“, “weet jij wat dat verkeersbord betekend?“, “wie mag er nu eerst?” kan een autorit ook een leuke verkeersles zijn.

Rijden voor school of de verenigingsport

Misschien wordt u weleens gevraagd om te rijden voor school of voor de sportvereniging van uw kind. Denk dan nog even aan de volgende zaken:

  • Bereid de route goed voor. Zorg dat u op tijd bent zodat er niet gehaast hoeft te worden. Zoek thuis al op waar u precies heen moet en als u een navigatiesysteem heeft stel deze dan vooraf in. Neem een noodtelefoonnummer mee van de school of sportclub.
  • Rijd zelfstandig naar de bestemming toe. Wanneer je in een groep rijdt kun je niet je eigen tempo aanhouden, de achterste auto moet vaak te hard rijden om bij te blijven, verkeerslichten geven sowieso kans dat de groep uit elkaar valt en de voorste bestuurder moet de hele tijd in de gaten houden of iedereen er al is.
  • Neem niet meer kinderen mee dan er zitplaatsen met gordels in uw auto aanwezig zijn. Ook niet wanneer het slechts een klein stukje rijden is want die ongelukken zitten echt in een klein hoekje. Kijk ook eens op de pagina gordels/kinderzitjes.
  • Zorg dat de kinderen veilig in en uit kunnen stappen.
  • Bij de ingang van een school of sportclub is het vaak druk. Zorg dat ook andere kinderen veilig de school/sportclub kunnen bereiken. Ga niet vlak voor de ingang of op een fietsstrook staan.
  • Vervoert u kinderen van iemand anders houdt u er dan rekening mee dat deze kinderen zich in de auto anders kunnen gedragen dan u van uw eigen kind(eren) gewend bent.

 

Op de motor, brommer, scooter of snorfiets

Zelf ben ik er geen voorstander van om kinderen op een motor, brommer, scooter of snorfiets te vervoeren. Maar het is wel toegestaan. Zorg dan voor een veilige zitplaats met voldoende steun voor rug, handen en voeten. In de praktijk komt dit vaak neer op een stoeltje. Zorg altijd voor een goedgekeurde en passende helm en beschermende kleding.