Zien en gezien worden – Verschillende soorten fietsverlichting

Verschillende soorten fietsverlichting

Je hebt fietsverlichting op je fiets om goed gezien worden, maar natuurlijk ook om kuilen en takken op de weg te kunnen zien. Het is een verschil of je alleen maar in de stad fietst of bijvoorbeeld ook over onverlichte wegen. Er zijn dan ook een aantal verschillende soorten fietsverlichting. Sommige geven meer licht dan andere. Maar er zijn ook verschillen in hoe de lampjes werken.

De ‘ouderwetse’ dynamo


De dynamo zit vast aan het frame bij het voorwiel, of soms het achterwiel. Door de dynamo naar beneden te drukken klemt het wieltje aan de bovenkant zich tegen het fietswiel aan. Wanneer je gaat fietsen begint het wieltje te draaien en wekt de dynamo stroom op. Deze stroom gaat via draadjes naar het voor en achterlicht. Via het fietsframe gaat de stroom weer terug naar de dynamo en is de stroomkring compleet

De voordelen van deze dynamo:

            • Hij zit altijd op je fiets
            • Is goedkoper omdat hij geen batterijen kost
            • Beter voor het milieu omdat hij niet op batterijen werkt

De nadelen zijn:

            • De draadjes naar het voor- en achterlicht zijn kwetsbaar en kunnen snel kapot gaan
            • Roest en vuil zorgt er soms voor dat de stroom niet terug kan naar de dynamo en de stroomkring verbroken wordt
            • Bij regen en sneeuw kan het wieltje van de dynamo slippen en wekt hij geen stroom op
            • Het trappen gaat zwaarder wanneer de dynamo tegen het wiel drukt
            • Bij een langzaam fietstempo is de lichtbundel zwakker en wanneer je stilstaat gaat de fietsverlichting uit
            • Het wieltje kan banden slijten
            • Hij maakt lawaai


De Naafdynamo


Een naafdynamo werkt eigenlijk hetzelfde als de ouderwetse dynamo. De dynamo zit alleen in het midden – de as – van het voorwiel. De naafdynamo draait altijd tijdens het fietsen maar draait zo gemakkelijk en geluidloos dat je daar niets van merkt. De dynamo heeft ook geen last van regen of sneeuw.

Bij het later monteren moeten alle spaken worden vervangen. Beter is bij aankoop van een nieuwe fiets er op te letten of hij een naafdynamo heeft.

De voordelen van een naafdynamo:

            • Minder kwetsbaar dan de ‘ouderwetse’ een wieldynamo
            • Maakt het trappen niet zwaarder
            • Slijt de banden niet
            • Heeft een hoger rendement
            • Maakt geen lawaai
            • Heeft geen wieltje dat kan slippen
            • Geen batterijen, dus goed voor het milieu

Maar de naafdynamo heeft toch ook nadelen:

            • Draadjes naar het voor- en achterlicht blijven kwetsbaar, daarom wordt vaak als achterlicht toch een batterij lamp gemonteerd
            • Duur in de aanschaf, vooral wanneer je hem achteraf wilt laten monteren.
            • Als de naafdynamo alleen het voorlicht van stroom voorziet is het relatief helemaal duur


Batterijverlichting (losse lampjes of vast aan je fiets)

Er is ook fietsverlichting welke op batterijen werkt. Met een schakelaar zet je de lampjes aan of uit. De lampjes kunnen vast aan je fiets zitten maar zijn er ook los, je kunt ze dan in een houdertje op je fiets schuiven of aan je kleding bevestigen.

Op de pagina over losse lampjes vind je hier meer informatie over.

De voordelen van batterij verlichting zijn:

            • Trapt niet zwaarder
            • Brandt ook als je stilstaat
            • Gaan niet snel kapot

De nadelen zijn:

            • Batterijen zijn slecht voor het milieu
            • Batterijen kunnen onverwacht leeg raken


Verschillende soorten lampjes

Naast de verschillen in stroomvoorziening zijn er ook verschillende soorten ‘bolletjes’. In de wat oudere fietsverlichting – meestal met de ‘ouderwetse dynamo’ – zitten vaak gloeilampjes. Een draadje in het lampje wordt door de stroom heel heet en gaat gloeien, dat geeft het licht. Het gloeidraadje kan echter ook doorsmelten en dan is het bolletje kapot.

Er is ook een ander soort lamp die bijna hetzelfde werkt, de halogeen lamp. Deze lamp wordt veel heter dan een gloeilamp en levert meer licht. Ook gaat het lampje ongeveer twee keer zo lang mee.

Tegenwoordig zie je veel fietslampen waar het lampje een ‘ledje’ is. LED is de afkorting voor Light Emitting Diode (in het Nederlands: lichtuitstralende diode). Deze lampjes kunnen heel veel uren branden voordat ze kapot gaan, zeker wel zo’n 50.000 uur. Een led lampje geeft fel licht, maar wel in een kleine bundel.

Xenon verlichting kom je minder vaak op fietsen tegen. In een Xenon lamp zit, net als bij een gloeilamp, gas. Er is alleen geen gloeidraad in de lamp, maar de lamp wordt electrisch gestart. Xenon lampjes geven heel fel licht en zorgen dat je veel kunt zien.

 

Wat tips:

        • Neem altijd reservelampjes mee
        • Neem reservebatterijen mee voor batterijverlichting
        • Maak de reflectoren op je fiets regelmatig schoon want anders hebben ze geen nut
        • Draag zichtbare kleding (reflectiehesje)
        • Let bij slecht zicht extra op omdat automobilisten je minder goed zien door beslagen of bevroren ruiten
        • Kies liever een lichtere route dan een kortere