Fietsen met een groep

Fietsen met een groepfietsen-in-een-groep

Sommige leerkrachten zien er tegenop om met de hele klas op de fiets ergens naar toe te gaan. Andere leerkrachten zien het juist als prima mogelijkheid om het leren buiten de klas mogelijk te maken. Zelf vind ik een fietstocht naar bijvoorbeeld een museum – mits goed voorbereid – ook nog eens een prachtige praktische verkeersles.

Op deze pagina wil ik u wat suggesties aan de hand doen waardoor de fietstocht geen overlevingstocht hoeft te zijn, maar een leuke en leerzame les.

 

Oefenen van het fietsen in een groep op het pleinfietsenmeteengroep1

Fietsen in een groep is iets heel anders dan alleen fietsen. Voldoende afstand houden, communiceren, ruimte maken zijn extra vaardigheden die beheerst moeten worden. U kunt deze gemakkelijk oefenen tijdens een verkeersles op het schoolplein.

  • Laat 6 leerlingen twee aan twee klaar gaan staan. Wanneer u het zegt moeten de leerlingen gaan fietsen. De doelstelling is dat de leerlingen zo snel mogelijk na uw signaal tegelijk wegfietsen zonder dat er een gat in de groep ontstaat. Gaat dit goed, maak de groep dan groter. Geef in plaats van een verbaal signaal een hand signaal, de leerlingen moeten dan extra goed opletten. Tip: de leerlingen moeten communiceren en aan elkaar aangeven dat ze gaan fietsen.
  • Laat leerlingen in groepjes van  zes over het schoolplein fietsen. Wanneer u een signaal geeft moeten ze stoppen. Lukt het de leerlingen om op tijd te stoppen zonder te botsen?
  • Zet met pylonen of gympalen een slalom uit. Houd ongeveer 4 meter tussen de palen. De leerlingen moeten twee aan twee tussen de palen door slalommen. De leerlingen moeten hierbij rekening met elkaar houden en ruimte voor elkaar openlaten, de ene keer moet een leerling een krappe bocht maken (vlak langs het paaltje) en de andere keer juist een ruime bocht om ruimte te maken.
  • Maak met pylonen of gympalen een smal pad waar de leerlingen twee aan twee tussendoor moeten fietsen. Maak in het pad eventueel een bocht.
  • Laat een groepje van 6 leerlingen twee aan twee op een versmalling afrijden. De leerlingen zullen op tijd achter elkaar moeten gaan fietsen. Geef de leerlingen mee dat ze hierbij duidelijk met elkaar moeten communiceren wie er voor gaat en wie achter.
  • Houd aan de hand van de flim van ‘Meneer Sanders‘ een klassengesprek.

 

Afspraken en tekensfietsenmeteengroep2

Er gelden in Nederland geen speciale verkeersregels voor fietsers in groepsverband rijden.

Dit betekent dat fietsers in een groep zich aan dezelfde verkeersregels en -tekens moeten houden als de individuele fietser. Een rood of oranje licht betekent dus stoppen, ook al is de halve groep wel overgestoken (die had namelijk groen). Ook de begeleider heeft geen bijzondere wettelijke status en is dus niet bevoegd om bijvoorbeeld het verkeer tegen te houden bij een overstekende groep fietsers.

Maak vooraf in de klas afspraken met de leerlingen over gedragsregels, denk hierbij aan:

  1. Fiets nooit met meer dan twee naast elkaar.
  2. Houd twee handen aan je stuur.
  3. Fiets niet te dicht naast of achter elkaar.
  4. Je hebt een vaste plek in de groep. Je gaat dus niet inhalen.
  5. Als iemand belt of toetert om in te halen, ga dan achter elkaar fietsen.
  6. Fiets ook achter elkaar op drukke en/of smalle wegen en fietspaden en als je zelf wilt inhalen.
  7. De laatste waarschuwt als er een auto achteropkomt die wil inhalen.
  8. De voorste geeft aan als er een tegenligger aankomt, een paaltje of ander obstakel op de weg staat of er gestopt gaat worden.
  9. Leerlingen geven de signalen van punt 4 en 5 door naar voren of achteren.
  10. Let goed op het stopteken van de voorste.
  11. Moet je remmen, waarschuw dan even door je hand op te steken.
  12. Let goed op elkaar en blijf altijd zelf goed uitkijken. Fiets nooit blind achter de groep aan.
  13. Springt het verkeerslicht op oranje of rood of moet jij voorrang verlenen terwijl een deel van de groep al is overgestoken? Dan stop je gewoon. Het deel van de groep die al overgestoken is wacht op een veilige plek tot de groep weer compleet is.
  14. Zorg ervoor dat je kruisingen en wegen niet blokkeert bij het wachten.
  15. Zorg dat je bagage goed vastzit.
  16. Stoeien op de fiets is niet stoer, maar stom.
  17. Gedraag je respectvol naar andere verkeersdeelnemers.

Tip: kom je per ongeluk in de berm: NOOIT proberen terug te sturen maar zachtjes afremmen en pas bij stilstand weer de weg op gaan wanneer dit kan. Hetzelfde geldt wanneer sturen in elkaar komen: niet proberen los te trekken, maar langzaam stoppen en dan pas de sturen los maken.

 Tekens die u kunt afspreken zijn:

    • Hand recht omhoog: we gaan stoppen
    • Hand recht omhoog en een draaiende beweging maken: we gaan weer fietsen
    • Hand recht omhoog en van achter naar voren bewegen: we moeten langzaam fietsen
    • Hand schuin naar rechts omhoog: we gaan rechtsaf
    • Hand schuin naar links omhoog: we gaan linksaf

Eventueel kunnen de begeleiders een fluitje meenemen zodat zij signalen aan elkaar kunnen doorgeven.

 

Fietsenkeuringfietsenmeteengroep3

Zorg dat u met veilige fietsen op pad gaat. U kunt dit doen door vooraf een fietsenkeuring te organiseren, dat is gelijk een leerzame techniekles. U kunt natuurlijk ook een checklist meegeven waarna leerlingen en ouders de fietsen thuis controleren. Op https://www.wittenberg-verkeerseducatie.nl/fietsenkeuring/ vindt u meer informatie.

Het kan zeker geen kwaad om een fietspomp, bandenplakspullen en klein gereedschap mee te nemen tijdens de fietstocht.

Maak ook afspraken met leerlingen over het meenemen van bagage. Veilig zijn een rugtas, fietstassen en tassen onder de snelbinders (pas wel op voor handvatten welke tussen de spaken kunnen komen). Schoudertassen, losse tassen aan het stuur of zware spullen in fietsmanden voorop de fiets zijn niet veilig.

De school is verantwoordelijk voor de veiligheid van de leerlingen. U bepaald dan ook of een fiets veilig genoeg is om ermee aan de fietstocht deel te nemen. Wanneer een leerling geen (veilige) fiets heeft kijk dan of er een fiets geleend kan worden uit een andere klas. Laat eventueel een begeleider een leerling achterop nemen, maar laat leerlingen niet bij elkaar achterop zitten. 

 

Hesjesfietsenmeteengroep4

Het dragen van opvallende – fluorescerende – hesjes maakt het voor overige weggebruikers duidelijk dat het een groep betreft. Zij kunnen hun weggedrag hierop aanpassen. Dit maakt het niet alleen voor u, maar ook voor de andere weggebruikers veiliger.

Het geeft je natuurlijk géén extra rechten en er zal bij een rood verkeerslicht gewoon gestopt moeten worden. Maar die paar extra keren voorrang krijgen besparen je wel een hoop reistijd en problemen.

Daarnaast is het voor de voorste fietser gemakkelijker om te zien of de groep nog compleet is.

Mocht u niet voldoende hesjes hebben, laat dan in ieder geval alle kinderen die aan de buitenkant fietsen en alle begeleiders een hesje dragen.

Gaat u hesjes aanschaffen, overweeg dan om hesjes te nemen die zowel aan de voorkant als achterkant voorzien zijn van oplopende nummers. Zo kunt u de hesjes ook gebruiken voor een verkeersexamen.

 

Begeleidingfietsenmeteengroep5

Zorg altijd voor voldoende begeleiders bij de groep. Hoeveel dit er zijn hangt af van de grootte van de groep en het soort fietstocht. Onder ‘fietstocht of educatieve fietsroute’ vindt u hierover meer informatie.

  • Geef de begeleiders ruim van te voren de route die gefietst gaat worden zodat zij zich kunnen voorbereiden.
  • Informeer de begeleiders over de afspraken en tekens voor onderweg
  • Vraag de begeleiders een mobiele telefoon mee te nemen. Geef de begeleiders een lijstje met de het telefoonnummer van een contactpersoon op school en dat van de overige begeleiders.
  • Geef begeleiders een vast plek in de groep. Eén begeleider vooraan, na ongeveer 6 leerlingen een begeleider, na de volgende 6 leerlingen weer een begeleider en achteraan een begeleider. Iedere begeleider is verantwoordelijk voor het groepje dat voor hem fietst. Op deze manier is er altijd een begeleider bij een groepje als de rij breekt. Wanneer er te weinig begeleiders zijn, zou ik de voorste begeleider weglaten, de begeleider die achter de eerste 6 leerlingen fietst kan de instructies naar voren roepen.
  • Zorg eventueel voor fluitjes voor de begeleiders.
  • Altijd handig om iemand achter de hand te hebben die eventueel een kapotte fiets op kan komen halen of een leerling met de auto kan vervoeren.

De begeleiders hebben geen bijzondere wettelijke status en zijn dus niet bevoegd om bijvoorbeeld het verkeer tegen te houden bij een overstekende groep fietsers. Wanneer ze dit wel doen en als gevolg daarvan ontstaat een ongeluk, dan is de begeleider aansprakelijk.

 

De routefietsenmeteengroep6

De kortste route is niet altijd de veiligste route. Bekijk vooraf welke route u gaat fietsen. Probeer zoveel mogelijk gebruik te maken van vrij liggende fietspaden. Er zijn routeplanners – o.a. van de Fietsersbond – waarin u deze voorkeuren kunt aangeven.

 

Smalle weg of dijk

Wanneer u met de groep over een smalle weg of dijk fietst waar geen fietspad is en sprake is van achteropkomend autoverkeer en tegenliggers, zorg dan dat de groep niet één lange sliert is. Automobilisten kunnen dan pas inhalen als ze de hele groep kunnen inhalen. Zeker op een weg met bochten kan dit gevaarlijke situaties opleveren. Bij een naderende tegenligger tijdens een inhaalmanoeuvre is de kans groot dat de groep fietsers in de knel komt.

Zorg daarom voor gaten in de groep die groot genoeg zijn voor een auto om even tussen te kunnen.

 

Aansprakelijkheid

Dit is altijd een lastig onderwerp.
De ouders of vertegenwoordigers zijn aansprakelijk voor de gedragingen van kinderen onder 14 jaar.
In bepaalde gevallen kan de school aansprakelijk worden gesteld voor de schade uit een onrechtmatige daad van een leerling als de leerling deze onrechtmatige daad pleegt terwijl hij onder toezicht staat of zou horen te staan van de school.
Mogelijke oorzaken van directe aansprakelijkheid: wegens geen of slecht toezicht houden, wegens risico scheppende opdrachten, wegens niet naleven van veiligheidsvoorschriften.
Het is voor een ieder van groot belang het risico schade te moeten vergoeden af te dekken door het afsluiten van een W.A.-verzekering. Het is aan te bevelen om als school een beroeps-W.A.-verzekering af te sluiten om de kwalitatieve aansprakelijkheid voor hun medewerkers te kunnen dekken. De persoonlijke W.A.-verzekering van de werknemer geldt namelijk niet voor schade veroorzaakt tijdens het uitoefenen van een beroep.
Gezien de complexiteit van deze materie zou ik dit navragen bij het bestuur of de verzekeringsmaatschappij van de school.

 

Fietstocht of educatieve fietsroute

Er is voor mij wel een verschil in aanpak afhankelijk van de reden van de fietstocht. Tijdens een educatieve fietstocht hanteer ik andere normen dan tijdens een fietstocht met de hele klas (of meerdere klassen) naar bijvoorbeeld kamp.

 

Tijdens een educatieve fietstocht staat het beoordelen van leerlingen en bespreken van situaties centraal. Mijn richtlijnen zijn dan:

  • Geen hesjes aan zodat overige verkeer zich zo natuurgetrouw gedraagt
  • Kleine groepjes van maximaal 6 tot 8 leerlingen. Dit is mede afhankelijk van de leeftijd van de leerlingen, met groep 6 zou ik maximaal 4 tot 6 leerlingen per groep nemen en bij groep 8 maximaal 6 tot 8)
  • Eén, maar bij voorkeur twee, begeleiders per groepje. De tweede begeleider vooral in geval van calamiteiten, deze kan bijvoorbeeld met een leerling terug naar school gaan mocht dat nodig zijn.
  • Begeleider fietst achteraan en roept de instructies naar voren. Op deze manier heeft de begeleider overzicht op de groep en kopiëren de leerlingen niet het gedrag van een voorop rijdende begeleider.
  • Onderweg kan op een veilige plek worden gestopt en worden stilgestaan bij verkeerssituaties en gedrag.

Van een fietstocht over een kortere afstand zou ik altijd proberen een educatieve fietstocht te maken. Mocht het geen educatieve tocht worden, dan zou ik onderstaande richtlijnen hanteren.

 

Bij langere tochten, bijvoorbeeld naar kamp, is bovenstaande niet mogelijk. Er zijn scholen die ruim 40 kilometer fietsen. Vaak is het dan echt zo snel en veilig mogelijk verplaatsen van A naar B. Als je dergelijke afstanden op bovenstaande manier fietst heb je veel begeleiders nodig per klas. Bij een klas van 24 leerlingen, groepjes van 8 leerlingen en twee begeleiders per groepje, heb je dus 6 begeleiders nodig. Dat is vaak niet te realiseren. Ook zou je dusdanig veel tijd tussen de groepjes moeten houden om te voorkomen dat je bij het eerste verkeerslicht toch weer bij elkaar komt, dat een gezamenlijke stop voor bijvoorbeeld de lunch ook niet mogelijk is. In dat geval zou ik:

  • Leerlingen en begeleiders hesjes laten dragen zodat de fietsers herkenbaar zijn als groep.
  • Proberen met de hele klas als groep bij elkaar te blijven. In geval van meerdere klassen zou ik de groep wel beperkt houden tot één klas. Een te grote groep stelt het geduld van de overige weggebruikers te veel op de proef.

Per klas zou ik streven naar 4 begeleiders. Eén begeleider vooraan, na ongeveer 8 leerlingen een begeleider, na de volgende 8 leerlingen weer een begeleider en achteraan een begeleider. Op deze manier is er altijd een begeleider bij een groepje als de rij breekt. Geef de begeleiders wel een duidelijke instructie om te voorkomen dat deze gezellig bij elkaar gaan fietsen. Bij drie begeleiders zou ik de voorste begeleider weglaten, de begeleider die achter de eerste 8 leerlingen fietst kan de instructies naar voren roepen.